31 augustus 2024

De uitdaging van groepswerk voor hoogbegaafde kinderen

De uitdaging van groepswerk voor hoogbegaafde kinderen

De uitdaging van groepswerk voor hoogbegaafde kinderen

Isabelle François van Bright Star Coaching schreef voor ons onderstaand artikel: 

“Heeft mijn dochter écht goed samengewerkt met een andere deelnemer tijdens de workshop?!” Glimlachend stuurde ik haar een bevestigend berichtje. “Jaja, inderdaad, ze waren een sterk team.” De mama wist niet wat ze hoorde. Groepswerk op school wordt standaard gevolgd door een klaagzang thuis.

Dit is een herkenbare situatie voor veel ouders van hoogbegaafde kinderen. Het lijkt erop dat wanneer deze kinderen zelf mogen kiezen, ze vaak de voorkeur geven aan alleen werken. Maar dit klopt niet helemaal, uit onderzoek blijkt juist dat ze het liefst zouden samenwerken met anderen (Walker & Shore, 2016). Voorkeuren voor alleen werken kunnen sterk afhangen van zowel sociale als didactische contexten. Maar waarom is samenwerken dan zo'n uitdaging voor hen?

Daar zijn een aantal mogelijke redenen voor.

1. Oneerlijke beoordeling

Hoogbegaafde kinderen vinden het vaak oneerlijk als hun cijfer afhankelijk is van het werk van anderen. Ze kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inzet van hun groepsgenoten, wat leidt tot gevoelens van onrecht en stress. Volgens Walker en Shore (2016) willen ze wel degelijk samenwerken met andere leerlingen, maar dan enkel in ‘lage inzet’-situaties, namelijk situaties die weinig invloed hebben op hun uiteindelijke cijfers of prestaties. Een coöperatieve taak omvat dus idealiter een individuele beoordeling van de subtaken.

2. Oneerlijke taakverdeling

Vaak is de verdeling van het werk binnen een groep niet eerlijk. Zelfs als de uiteindelijke beoordeling eerlijk lijkt, kunnen onduidelijke taakomschrijvingen ertoe leiden dat sommige kinderen hun verantwoordelijkheden ontlopen of anderen manipuleren om hun werk te doen. Dit wordt ook wel het ‘free rider’-effect genoemd (Orbell & Dawes, 1981). Hierbij maakt een lid of meerdere leden van een groep misbruik van de inspanningen van anderen om de hoeveelheid werk die ze zelf moeten doen te beperken, terwijl ze toch de eer opeisen voor het eindresultaat. Om meelifters in de groep te vermijden, werken begaafde kinderen daarom vaak liever alleen. Het is de taak van de leerkracht om ervoor te zorgen dat de taakverdeling eerlijk is en niet vatbaar voor manipulatie.

3. Voorkeur om alleen te werken

Sommige kinderen werken nu eenmaal liever alleen. Als de opdracht het toelaat, is het vaak een goed idee om hoogbegaafde kinderen de kans te geven zelfstandig te werken. Wat Walker en Shore (2016) ook vonden is dat wanneer begaafde leerlingen het onderwerp van de opdracht zelf mogen kiezen, er een voorkeur voor samenwerken met anderen ontstaat. Dit geldt vooral bij taken waarvoor meer creativiteit nodig is. Dus misschien hangt het ook gewoon van de opdracht af?

4. Verschillende tempo’s

Hoogbegaafde kinderen kunnen gefrustreerd raken als hun groepsgenoten niet in hetzelfde tempo kunnen denken en werken. Zo vond bijvoorbeeld Kanevsky (2011) dat begaafde leerlingen het heel vervelend vonden om op andere klasgenoten te moeten wachten. Dit kan er enerzijds toe leiden dat ze zich terugtrekken of alle taken zelf willen uitvoeren, iets wat andere kinderen soms prima vinden (zie free rider-effect). Ze voelen vaak de druk om alles alleen te doen om aan hun eigen hoge normen te voldoen. Anderzijds kan het er ook voor zorgen dat ze er steeds voor kiezen om met dezelfde vrienden, en dan vooral deze die ook op hoog niveau presteren, samen te werken. Hun vrienden zouden meer begrip kunnen hebben voor persoonlijke eigenaardigheden, beter in staat zijn om het tempo of het niveau van de discussie bij te houden, op vergelijkbare manieren denken, en meer openstaan voor de ideeën die ze uiten (Walker & Shore, 2016).

5. Eerdere slechte ervaringen

Veel kinderen hebben al op jonge leeftijd negatieve ervaringen met groepswerk. Het is belangrijk om te begrijpen wat er eerder misging en te proberen deze problemen in de toekomst te vermijden. Weerstand tegen groepswerk betekent niet dat een kind asociaal is; het kan simpelweg te maken hebben met slechte eerdere ervaringen.

Het is belangrijk om te erkennen dat er voor- en nadelen zijn aan zowel homogene (snelle hoofden bij elkaar) als heterogene (gemengde) groepen. Hoewel hoogbegaafde kinderen vaak de voorkeur geven aan alleen werken, blijkt uit onderzoek dat ze ook graag willen samenwerken, mits de omstandigheden geschikt zijn. Als leerkracht is het cruciaal om te begrijpen wat er speelt en de juiste balans te vinden. Factoren zoals eerlijke taakverdeling, de mogelijkheid om taken zelf te kiezen, en het vermijden van frustratie door verschillende werktempo’s spelen een cruciale rol. Een beter bewustzijn en begrip van het meelifteffect bij leerkrachten kan helpen om de negatieve gevolgen ervan te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door evaluatiemethodes voor groepswerk aan te passen, zodat ze rekening houden met de verschillende bijdragen van de leerlingen. Door deze aspecten te begrijpen en aan te passen, kan groepswerk zowel effectiever als aangenamer worden voor hoogbegaafde leerlingen.

Maar moeten kinderen altijd samenwerken? Voor hoogbegaafde kinderen blijft dit vaak een uitdaging, tenzij...

Zoals die moeder treffend opmerkte: "Het hangt dus blijkbaar sterk af van de teamgenoot en wellicht ook van de opdracht."


Bronnen




Copyright © 2024 Isabelle François – Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit artikel mag worden verveelvoudigd, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Online delen mag mits vermelding van auteur en link naar dit artikel.

keyboard_arrow_up

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x