Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs

Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs

Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs


Steeds meer hogescholen, PABO’s en schoolbegeleidingsdiensten verzorgen modules en cursussen met betrekking tot hoogbegaafdheid. Kenmerk van deze cursussen is dat er geen algemene leerdoelen bestaan, er geen landelijke richtlijnen zijn en docenten niet over geschikt cursusmateriaal beschikken.

Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs biedt, naast uniformering van het cursusaanbod, een stapsgewijze instructie voor (aankomende) leerkrachten. Uitgelegd wordt hoe zij een traject van individuele leerlingbegeleiding voor hoogbegaafde leerlingen kunnen opzetten.

In tien lessen komen alle facetten van het omgaan met hoogbegaafde leerlingen aan de orde. Achtereenvolgens behandelen de auteurs de volgende onderwerpen: wat is hoogbegaafdheid?, signalering en diagnostiek, vervroegde doorstroming, aanpassingen in en aanvullingen op de reguliere leerstof, werkwijze in groep 1 en 2, aanleggen van een zorgdossier, onderpresteren, interfererende problematiek en beleid voor hoogbegaafde leerlingen. Iedere les bevat verwerkingsvragen en werkopdrachten die gekoppeld zijn aan de praktijk.

Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs biedt pedagogiek- en didactiekdocenten alle informatie die zij nodig hebben om een goede cursus te geven. Het boek is zeer geschikt als cursusboek voor een module hoogbegaafdheid in het PABO-programma en kan tevens gebruikt worden voor nascholingsprojecten over hoogbegaafdheid.

De auteurs

Drs. Sylvia Drent studeerde ontwikkelingspsychologie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Zij heeft een eigen adviespraktijk voor hoogbegaafde kinderen in het basisonderwijs. In haar praktijk houdt zij zich bezig met diagnostiek bij leerlingen en de begeleiding van leerkrachten en scholen. Tevens verzorgt ze nascholingscursussen voor leerkrachten. Van haar hand is eerder verschenen Hoogbegaafde kinderen kunnen meer: praktische richtlijnen voor verbreding in het basisonderwijs.

Drs. Eleonoor van Gerven studeerde pedagogiek aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Na enkele jaren verbonden te zijn geweest aan diezelfde universiteit is zij haar eigen consultancypraktijk gestart.

Vanuit haar consultancypraktijk verricht zij onderzoek naar pedagogische vraagstukken en adviseert zij scholen en ouders rondom hoogbegaafdheid. Zij verzorgt nascholingscursussen over hoogbegaafdheid. Daarnaast is zij hoofdredacteur van Talent, Onafhankelijk tijdschrift over hoogbegaafdheid. In 2001 verscheen van Gervens tweede boek over hoogbegaafdheid Zicht op hoogbegaafdheid. Handboek voor de onderwijspraktijk.

Samen schreven van Gerven en Drent eerder Een doorgaande lijn voor hoogbegaafde leerlingen: Een praktische gids voor basisschoolbeleid (Lemma, 2000). Verder hebben zij het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid ontwikkeld, dat in 2004 verschenen is. Dit protocol biedt scholen ondersteuning bij de signalering en diagnostiek van (hoog)begaafde leerlingen en biedt praktische handreikingen voor de verdere begeleiding van leerlingen en evaluatie van de aanpak. In het najaar van 2007 verschijnt een webbased versie van dit protocol.

Recensie

Dit boek is heel interessant voor leerkrachten die op een professionele manier willen omgaan met hoogbegaafde leerlingen en voor zorgcoördinatoren die een leidraad nodig hebben voor het uitwerken van een visie omtrent hoogbegaafdheid in hun school.

Het boek is opgevat als een cursus in 10 delen waarbij aan het begin van een les het leerdoel wordt vooropgesteld en aan het einde een samenvatting wordt gemaakt, met als toemaatje een aantal vragen en probleemstellingen die als opdracht worden meegegeven.

De ‘lessen’ zelf zijn doorspekt met (relevante) ervaringen zodat de theorie duidelijker toepasbaar wordt in de praktijk. Heel kort worden allereerst de theoretische modellen over hoogbegaafdheid uitgelegd en toegepast. Ten tweede komt de signalering en diagnostiek aan bod voor instromende leerlingen in de school aan de hand van stroomschema’s die je makkelijk kunt volgen om tot een eenduidig resultaat te komen. Er wordt in een derde les uitgelegd hoe een vervroegde doorstroming (versnelling) te realiseren én op te volgen. In een vierde les wordt hét belangrijkste item voor de klasleerkracht uit de doeken gedaan nl. het compacten van de gewone leerstof, een voorwaarde vóór het verrijken dat in de volgende les aan bod komt met aanbieding van verschillende verrijkingsmateriaal.

Een zesde les handelt specifiek over kleuters met ontwikkelingsvoorsprong en hoe daar te gaan verrijken vertrekkend vanuit het al aanwezige materiaal in de kleuterklassen. De zevende les is dan weer meer voor zorgcoördinatoren en gaat over het samenstellen van een zorgdossier van een leerling. Les acht en negen behandelt de problemen die mogelijks kunnen optreden zoals onderpresteren, alsook over de problematiek van dubbele diagnoses nl. hoogbegaafdheid met een bijkomende (leer)stoornis zoals ADHD of autismespectrumstoornis ed. Tenslotte gaat het in de laatste les kort over het opzetten van een beleid voor hoogbegaafden in de school.

Het is een vlot geschreven boek en je leest het niet zomaar eventjes tussendoor, maar het is wel een boek waarmee je handvatten hebt om aan de slag te gaan in je eigen school.

Titel
Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs

Auteur(s)
Sylvia Drent en Eleonoor van Gerven

Uitgeverij
Koninklijke Van Gorcum BV, Postbus 43, 9400 AA Assen, © 2009

ISBN
9789023243212



keyboard_arrow_up

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x