3 oktober 2025
De vaak vergeten rol van vaders in het begeleiden van hoogbegaafde kinderen
Gisteren had ik een onverwacht gesprek met mijn dermatologe. Terwijl ze bezig was met haar werk, raakten we aan de praat over haar zoon. Hij bleek recent getest op hoogbegaafdheid, niet zozeer omdat hij uitviel op school, maar omdat er thuis verwarring en twijfel ontstond. Niet bij haarzelf. Zij voelde al langer aan dat haar zoon 'anders' dacht, met vragen, interesses en leerprocessen die opvallend snel en diep gingen. Het waren de klassiekers: een groot leervermogen, een scherp geheugen, snel denken en leren. Maar de vader? Die geloofde er niet in.
Hij vond zijn zoon gewoon nieuwsgierig. Slim, ja. Maar hoogbegaafd? Nee, dat was volgens hem een label voor overambitieuze ouders. Pas toen de testresultaten op tafel lagen, vielen de puzzelstukken op hun plek. En niet alleen voor zijn zoon, maar ook voor hemzelf. “Ik zie zoveel van mezelf in hem,” vertelde hij. En toch… bleef hij zich verzetten tegen het etiket. Alsof het benoemen van de begaafdheid iets zou veranderen aan wie zijn zoon is.
Waarom is dat zo? Waarom zien moeders het vaak eerder? Waarom voelen vaders soms weerstand om het te erkennen, ook als ze zich er stiekem in herkennen?
Vaders: niet afwezig, maar anders betrokken
Hoewel vaders in de praktijk een belangrijke rol spelen in het leven van hun kinderen, weten we verrassend weinig over hoe ze precies bijdragen aan de ontwikkeling van talent. Onderzoek naar de rol van vaders in talentontwikkeling is schaars en studies die specifiek focussen op hoogbegaafde kinderen zijn nog zeldzamer (Lee, 2010). Maar de weinige bestaande onderzoeken tonen vooral een positief beeld van vaders. Hun rol blijft vaak onderbelicht, zeker ten opzichte van moeders die vaker de eerste signalen van hoogbegaafdheid opmerken. Toch zijn vaders volgens Lee (2010) niet minder belangrijk: ze zijn vaak een belangrijke bron van motivatie, ondersteuning en fungeren als professionele rolmodellen voor hun kinderen. Ook al vervullen ze vaker de rol van kostwinner, hun invloed op de talentontwikkeling van hun kind blijkt wezenlijk.
In haar literature review naar de rol van vaders in talentontwikkeling binnen Westerse culturen stelt Lee (2010) dat vaders niet zozeer afwezig zijn, maar eerder functioneel op afstand betrokken. Wat op het eerste gezicht als afstandelijkheid kan lijken, blijkt in veel gevallen een doordachte en ondersteunende betrokkenheid te zijn. Ze bieden strategische ondersteuning: ze nemen financiële verantwoordelijkheid, plannen mee op lange termijn en bewaken grenzen, terwijl moeders vaak meer op het emotionele en dagelijkse ontwikkelingsproces gefocust zijn. Vaders opereren als het ware als 'mentale architecten': ze ontwerpen mee het kader waarin ontwikkeling mogelijk wordt, zonder altijd fysiek of verbaal aanwezig te zijn in het proces.
Deze rolverdeling hoeft geen probleem te zijn, integendeel. Lee stelt dat kinderen baat hebben bij deze complementaire ouderrollen, zolang er waardering is voor elkaars bijdrage en de opvoedingsdoelen op elkaar afgestemd zijn. Bovendien toont haar onderzoek aan dat het niet alleen de aanwezigheid van vaders op zich is die bijdraagt aan de talentontwikkeling van kinderen, maar vooral de kwaliteit van de relatie tussen vader en moeder. Vaders zijn vaker actiever betrokken wanneer ze een warme, positieve band hebben met hun partner. Het is dus die harmonieuze ouderrelatie die de voedingsbodem biedt waarin talent kan gedijen.
Wat maakt de vaderrol uniek?
Karnes en Shwedel (1987) lieten zien dat vaders van jonge hoogbegaafde kinderen verschillen van vaders van niet-hoogbegaafde kinderen in hun opvoedpraktijken. Uit hun kleinschalige studie bleek dat vaders van hoogbegaafde kinderen doorgaans meer betrokken zijn bij het dagelijks leven van hun kind. Ze nemen vaker de tijd om voor te lezen en zetten sterker in op taalontwikkeling. Daarnaast spelen ze actiever in op de behoefte aan autonomie van hun kind en tonen ze meer bewustzijn in hoe ze omgaan met het zelfbeeld en de emotionele beleving van hun kind. Zo lazen vaders van hoogbegaafde kinderen gemiddeld drie keer zo lang per dag voor als vaders van niet-hoogbegaafde kinderen. Ook spraken ze vaker over strategieën om het zelfvertrouwen van hun kind te ondersteunen, zoals het vermijden van negatieve uitspraken en het tonen van onvoorwaardelijke waardering voor hun kind als denkend en vragend mens.
Specifiek met betrekking tot hoogbegaafde jongens, onderzochten Runco en Albert (2005) welke eigenschappen van ouders invloed hebben op het creatieve denkvermogen van deze jongens. Ze ontdekten dat vaders die zelf graag buiten de lijntjes denken en minder waarde hechten aan 'hoe het hoort', vaker zonen hebben die ook creatiever denken en origineler communiceren. Met andere woorden: kinderen nemen vaak het voorbeeld van hun ouders over. Als een vader het normaal vindt om eigenzinnig te zijn, nodigt dat zijn kind uit om ook met een open en vrije geest te denken.
Interessant ook is dat het onderzoek van Pilarinos en Solomon (2016) bovendien aantoont dat moeders en vaders systematisch verschillen in opvoedstijl. Moeders vertonen vaker een autoritatieve stijl: warm, responsief, en tegelijkertijd duidelijk begrenzend. Vaders daarentegen scoren vaker op een autoritaire stijl, die meer gericht is op gehoorzaamheid en controle, of op een permissieve stijl, waarin alles wordt toegelaten. Dat verschil in stijl zou deels kunnen verklaren waarom moeders eerder signalen van hoogbegaafdheid opmerken: hun grotere nabijheid en responsiviteit maakt dat zij sneller subtiele verschillen in gedrag en ontwikkeling detecteren.
Een extra dimensie wordt zichtbaar in het onderzoek van Weissler en Landau (1993). Zij ontdekten dat vaders van gezinnen met meer dan één hoogbegaafd kind wél vaker een autoritatieve opvoedstijl hanteren. Met andere woorden: hoe meer begaafde kinderen in een gezin, hoe vaker vaders bewust kiezen voor een warme, duidelijke en responsieve manier van opvoeden.
Deze onderzoeken laten een duidelijk patroon zien: de vaderrol is minder vanzelfsprekend. In gezinnen met hoogbegaafde kinderen zijn het vaker de moeders die actief hulp zoeken, gesprekken voeren met leerkrachten of zich verdiepen in cognitieve ontwikkeling. Daardoor riskeren vaders op de achtergrond te blijven, ook als ze waardevolle inzichten en kwaliteiten inbrengen.
Hoe kunnen vaders hun impact vergroten?
Bij Hoogbloeier® geloven we dat bewustwording de eerste stap is. Vaders hoeven geen tweede moeder te worden, maar kunnen wel bewust kiezen voor een vorm van betrokkenheid die aansluit bij hun eigen stijl én bij de behoeften van hun kind. Onderzoek toont aan dat die betrokkenheid krachtig kan zijn, zelfs als die anders wordt ingevuld dan bij moeders (Lee, 2010; Karnes & Shwedel, 1987).
Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de autoritatieve opvoedstijl: een stijl die warmte en betrokkenheid combineert met duidelijke grenzen en structuur. Binnen de zelfdeterminatietheorie zouden we eerder spreken van een autonomie-ondersteunende stijl gecombineerd met het bieden van structuur. Deze stijl wordt, in tegenstelling tot de autoritaire stijl of de permissieve stijl, gekenmerkt door dialoog, wederzijds respect en hoge verwachtingen binnen een veilige omgeving. Vaders die deze stijl hanteren, bieden hun kinderen de ruimte om zelfstandig te denken en handelen, maar blijven tegelijkertijd nabij als steun en richtinggever.
In de praktijk kan dit er zo uitzien: je kind mag zelf kiezen welk boek het leest voor een spreekbeurt, maar jij denkt mee over hoe het zijn of haar ideeën helder en boeiend kan verwoorden. Of je erkent het verdriet na een moeilijke dag, maar je helpt tegelijk zoeken naar manieren om hiermee om te gaan. Je geeft vrijheid, zonder je kind los te laten.
Vaders kunnen hun impact ook vergroten door oprechte, alledaagse gesprekken te voeren. Denk aan vragen als: "Wat vind je daar eigenlijk zo boeiend aan?" of "Hoe zou jij dat aanpakken?" Door deze vragen neem je je kind serieus in zijn of haar denkproces. Of je nu samen een ingewikkelde LEGO-constructie maakt, meedenkt over een natuurkundig probleem of samen naar een documentaire kijkt, het draait om die gedeelde nieuwsgierigheid.
Daarnaast speelt het geven van ruimte een cruciale rol. Vaders die hun kind de vrijheid geven om zelfstandig te experimenteren – of dat nu gaat om het bouwen van een eigen boomhut, het schrijven van verhalen of het bedenken van een bordspel – versterken het vertrouwen in het eigen kunnen. Dit sluit aan bij wat Karnes en Shwedel (1987) observeerden: vaders van hoogbegaafde kinderen zijn vaker gericht op autonomie en zelfsturing.
Ook het stimuleren van creativiteit is een belangrijk aspect. Zoals Runco en Albert (2005) aantoonden, moedigen vaders die zelf non-conformistisch denken hun kinderen aan om origineel en vrij te denken. Dit kan in de praktijk betekenen dat je als vader mee fantaseert, samen een probleem benadert vanuit onverwachte invalshoeken, of gewoon durft toe te geven dat je het antwoord ook niet weet.
Daarnaast mogen we het emotionele aspect niet uit de weg gaan. Hoewel vaders in eerste instantie vaker een autoritaire of permissieve stijl hanteren (Pilarinos & Solomon, 2017), blijkt uit onderzoek van Weissler en Landau (1993) dat vaders met meerdere hoogbegaafde kinderen vaker evolueren naar een autoritatieve stijl. Concreet betekent dit bijvoorbeeld: niet weglachen als een kind boos of verdrietig is omdat iets oneerlijk voelt, maar die ervaring erkennen en samen verkennen.
Tot slot is er ook de kracht van modeling: vaders fungeren vaak als professionele of levensbeschouwelijke rolmodellen. Door hun eigen passies, zoals technologie, muziek, natuur of geschiedenis te tonen, laten ze zien dat leren en verwondering levenslang mogen duren. Kinderen spiegelen zich daaraan, vaak op onverwachte manieren.
Deze vorm van betrokkenheid vraagt geen totale hertekening van je rol als vader. Maar het vraagt wél een bewuste keuze: om beschikbaar te zijn, af te stemmen en nieuwsgierig te blijven naar je kind, op jouw manier, en met jouw sterktes.
Conclusie
Hoogbegaafdheid vraagt vaak een intensieve en afgestemde begeleiding. Dat begint thuis, bij ouders die hun kind leren kennen, spiegelen en stimuleren. Vaders hebben daarin een even grote rol als moeders, ook al uit zich dat op een andere manier. Door ook vaders te betrekken in het gesprek over talent, creativiteit en emotionele ontwikkeling, versterken we de basis waarop een kind mag bouwen. Met andere woorden: het is aan ons, als omgeving, om te reageren op dat uitzonderlijke potentieel. En daar hoort de vaderrol volwaardig bij.
Referenties
Karnes, M. B., & Shwedel, A. (1987). Differences in attitudes and practices between fathers of young gifted and fathers of young non-gifted children. Gifted Child Quarterly, 31(2), 79-82.
Lee, S.-Y. (2010). Fathers’ roles in the process of talent development. Asia Pacific Education Review, 11(4), 497-513. https://doi.org/10.1007/s12564-010-9119-8
Pilarinos, V., & Solomon, C. R. (2016). Parenting Styles and Adjustment in Gifted Children. Gifted Child Quarterly, 61(1), 87-98. https://doi.org/10.1177/0016986216675351
Runco, M. A., & Albert, R. S. (2005). Parents' Personality and the Creative Potential of Exceptionally Gifted Boys. Creativity Research Journal, 17(4), 355-367. https://doi.org/10.1207/s15326934crj1704_7
Weissler, K., & Landau, E. (1993). Characteristics of families with no, one, or more than one gifted child.pdf. The Journal of Psychology, 127(2), 143-152.
Copyright © 2025 Dr. Sabine Sypré – Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit artikel mag worden verveelvoudigd, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Online delen mag mits vermelding van auteur en link naar dit artikel.